zondag 25 oktober 2009

No tomorrow by Angel Towe


I am going to die tomorrow,
But yet I haven't been born.
My mother shows no sorrow,
For I am a product of love torn.

I will never see the light of day,
I will never smell a flower,
I will never walk along a waters bay,
Or feel the drop of an Aprils shower.

It hurts for no one to show me love,
I will never be hugged or kissed,
When I have gone to the heavens above,
I wonder if I will be missed.

Today is my last day to live,
My last thought, my last breath.
Just think of all I could give,
But tomorrow I'll be put to rest.

Plot
Het gedicht gaat over een kind die sterft. Hij/zij gaat morgen dood, maar het is nog niet geboren. Zijn moeder heeft geen spijt. Het zal nooit het daglicht zien, nooit de geur van een bloem ruiken, nooit langs een baai lopen en nooit regendruppels voelen. Hij zal nooit gekust of geknuffeld worden, als hij boven in de hemel zit. Hij vraagt zich af of hij zal worden gemist. Vandaag is de laatste dag dat hij leeft, zijn laatste gedachte, zijn laatste adem.

Scene
Er is geen bepaalde plaats van handeling, dat is ook niet belangrijk in het gedicht.

Theme
Het gedicht gaat over de dood. Niet over de dood van een levend persoon, maar om een nog ongeboren baby. De moeder heeft besloten abortus te plegen, dus de baby zal nooit de leuke dingen in het leven meemaken.

Characters
Er komt een personage voor; een ongeboren baby. Hij vertelt dat hij het erg vindt om nooit geboren te worden, hij zal zoveel leuke dingen missen.

Point of view
Het verhaal is in een ik-vertelsituatie geschreven. Alles wordt verteld door de ogen van de baby. Je zit als het ware in zijn hoofd. Over andere mensen die misschien kunnen meespelen in het verhaal, zoals de moeder, weet je niks.

Personal opinion
Het is nogal een anti-abortus gedicht. Het laat zien dat de baby ook lijdt door de beslissing van de moeder om abortus te plegen. Het gedicht had rechtstreeks uit de kerk kunnen komen, aangezien zij daar ook tegen zijn.
Het is wel een keer wat anders, een verhaal over de dood van een ongeboren baby. Meestal gaat het om een al levend persoon. Zo zie je het leed wat een baby kan hebben.

Return to paradise by Eliza Riley


Lisa gazed out over the Caribbean Sea, feeling the faint breeze against her face - eyes shut, the white sand warm between her bare toes. The place was beautiful beyond belief, but it was still unable to ease the grief she felt as she remembered the last time she had been here. She had married James right here on this spot three years ago to the day. Dressed in a simple white shift dress, miniature white roses attempting to tame her long dark curls, Lisa had been happier than she had ever thought possible. James was even less formal but utterly irresistible in creased summer trousers and a loose white cotton shirt. His dark hair slightly ruffled and his eyes full of adoration as his looked at his bride to be. The justice of the peace had read their vows as they held hands and laughed at the sheer joy of being young, in love and staying in a five star resort on the Caribbean island of the Dominican Republic. They had seen the years blissfully stretching ahead of them, together forever. They planned their children, two she said, he said four so they compromised on three (two girls and a boy of course); where they would live, the travelling they would do together - it was all certain, so they had thought then. But that seemed such a long time ago now. A lot can change in just a few years - a lot of heartache can change a person and drive a wedge through the strongest ties, break even the deepest love. Three years to the day and they had returned, though this time not for the beachside marriages the island was famous for but for one of its equally popular quickie divorces. Lisa let out a sigh that was filled with pain and regret. What could she do but move on, find a new life and new dreams? - the old one was beyond repair. How could this beautiful place, with its lush green coastline, eternity of azure blue sea and endless sands be a place for the agony she felt now? The man stood watching from the edge of the palm trees. He couldn't take his eyes of the dark-haired woman he saw standing at the water's edge, gazing out to sea as though she was waiting for something - or someone. She was beautiful, with her slim figure dressed in a loose flowing cotton dress, her crazy hair and bright blue eyes not far off the colour of the sea itself. It wasn't her looks that attracted him though; he came across many beautiful women in his work as a freelance photographer. It was her loneliness and intensity that lured him. Even at some distance he was aware that she was different from any other woman he could meet.

<> Lisa sensed the man approaching even before she turned around. She had been aware of him standing there staring at her and had felt strangely calm about being observed. She looked at him and felt the instant spark of connection she had only experienced once before. He walked slowly towards her and they held each other's gaze. It felt like meeting a long lost friend - not a stranger on a strange beach. Later, sitting at one of the many bars on the resort, sipping the local cocktails they began to talk. First pleasantries, their hotels, the quality of the food and friendliness of the locals. Their conversation was strangely hesitant considering the naturalness and confidence of their earlier meeting. Onlookers, however, would have detected the subtle flirtation as they mirrored each other's actions and spoke directly into each other's eyes. Only later, after the alcohol had had its loosening effect, did the conversation deepen. They talked of why they were here and finally, against her judgement, Lisa opened up about her heartache of the past year and how events had led her back to the place where she had married the only man she believed she could ever love. She told him of things that had been locked deep inside her, able to tell no one. She told him how she had felt after she had lost her baby. She was six months pregnant and the happiest she had ever been when the pains had started. She was staying with her mother as James was working out of town. He hadn't made it back in time. The doctor had said it was just one of those things, that they could try again. But how could she when she couldn't even look James in the eye. She hated him then, for not being there, for not hurting as much as her but most of all for looking so much like the tiny baby boy that she held for just three hours before the took him away. All through the following months she had withdrawn from her husband, family, friends. Not wanting to recover form the pain she felt - that would have been a betrayal of her son. At the funeral she had refused to stand next to her husband and the next day she had left him.

<> Looking up, Lisa could see her pain reflected in the man's eyes. For the first time in months she didn't feel alone, she felt the unbearable burden begin to lift from her, only a bit but it was a start. She began to believe that maybe she had a future after all and maybe it could be with this man, with his kind hazel eyes, wet with their shared tears. They had come here to dissolve their marriage but maybe there was hope. Lisa stood up and took James by the hand and led him away from the bar towards the beech where they had made their vows to each other three years ago. Tomorrow she would cancel the divorce; tonight they would work on renewing their promises.

Titel
‘Return to paradise’ geeft aan dat Lisa en James toen ze trouwde in een paradijs leefde, doordat ze waren gescheiden was het leven niet meer zo leuk. Nu ze elkaar weer op die mooie stranden terugzien, is het als een terugkeer naar die mooie tijd, de terug naar het paradijs.

Plot
Aan het begin van het verhaal staat Lisa op de stranden van de Dominicaanse Republiek. Ze denkt na over het huwelijk wat ze heeft en het verdriet dat ze heeft over haar huwelijk, omdat dit de plek is waar ze ooit zijn getrouwd. Het valt haar op dat haar man (James) al een tijdje naar haar staat te kijken. Ook al zijn er een hoop andere vrouwen op het strand, James heeft alleen nog maar oog voor Lisa. Ze benaderd hem en ze gaan naar bar om iets te drinken. Aan de bar hebben ze een vertrouwd gesprek en ze komen erachter, waarom ze uit elkaar zijn gegaan: Lisa vertelt namelijk over haar miskraam en hoeveel verdriet ze ervan had gehad dat James niet voor haar klaar stond. Hij was er niet bij, omdat hij toen op zakenreis was. Lisa heeft hem dit nooit meer vergeven en dus gingen James en Lisa uit elkaar. Nu, drie jaar later, zijn ze bij elkaar om te praten over de toekomst. Het voelt voor Lisa alsof ze een vertrouwde vriend tegenkomt. Nu zijn ze terug in het paradijs, waar ooit voor hun de liefde begon, om te praten over de toekomst. Lisa besluit dat ze niet meer wil scheiden en dat ze morgen gaan nadenken over hoe het nu verder moet.

Scene
Het verhaal speelt zich in de Dominicaanse Republiek op de stranden bij de Caribische zee. De omgeving wordt beschreven als witte zandstranden met palmbomen en prachtig weer. Allemaal kenmerken van een paradijs, wat zo ook weer naar de titel van het verhaal verwijst.

Thema
Het thema’s van deze short storie zijn ‘vertrouwen’ en ‘liefde’ was ze gelukkig in haar huwelijk met James. Ze voelde een heleboel liefde voor hem. Toen ze haar baby verloor en daar niet met James over kon praten, raakte ze haar vertrouwen en liefde voor James kwijt. Nu, drie jaar later, heeft ze de liefde weer kunnen terugvinden en voelt door het vele praten, haar band met James weer vertrouwd.

Characters
De personages in dit verhaal zijn duidelijk karakters. Ze worden uitvoerig beschreven. Het uiterlijk van Lisa wordt tot in detail beschreven en door het vertrouwelijke gesprek dat Lisa en James hebben, krijg je veel over hun persoonlijkheid te weten.

Point of view
Je hebt hier te maken met een meervoudige vertelsituatie. In het begin wordt alles verteld vanuit het oogpunt van Lisa. Later wordt er verteld vanaf het oogpunt van James (de beschrijving van de vrouw, met haar mooie figuur etc.) Als ze bij de bar zijn, wordt het verhaal weer door de ogen van Lisa verteld.

Personal opinion
Ik vind ‘Return to paradise’ een mooi verhaal, omdat het heel goed de mooie en slechte kanten van liefde beschrijft. Het geeft aan dat liefde iets kan zijn, waarin je echt in een paradijs leeft, maar dat het aan de andere kant ook zo voorbij kan zijn, omdat het vertrouwen in elkaar met de jaren verloren kan gaan. Aan het einde van het verhaal komt het, zoals in de meeste romantische verhalen, toch alles weer goed en doet het verhaal zijn titel eer aan.

Als je van romantische verhalen houdt, die toch niet te zoetsappig zijn, dan vind ik ‘Return to paradise’ een aanrader.

Reported missing by Barry Cole 1936


Can you give me a precise description?
Said the policeman. Her lips, I told him,
Were soft. Could you give me, he said, pencil
Raised, a metaphor? Soft as an open mouth,
I said. Were there any noticeable
Peculiarities? he asked. Her hair hung
Heavily, I said. Any particular
Colour? he said. I told him I could recall
Little but its distinctive scent. What do
You mean, he asked, by distinctive? It had
The smell of woman's hair, I said. Where
Were you? he asked. Closer than I am to
Anyone at present, I said, level
With her mouth, level with her eyes. Her eyes?
He said, what about her eyes? There were two,
I said, both black. It has been established,
He said, that eyes cannot, outside common
Usage, be black; are you implying that
Violence was used? Only the gentle
Hammer blow of her kisses, the scent
Of her breath, the ... Quite, said the policeman,
Standing, but I regret that we know of
No one answering to that description.

Dit gedicht gaat over de liefde. Het gaat over een persoon die iemand als vermist wilt opgeven en in dit gedicht zijn beschrijving aan de politie gaat geven. Het gaat over een vrouw. Hij beschrijft haar met zachte lippen, zacht als een open mond. Ze heeft zwaar hangend haar wat ruikt naar vrouwenhaar. Ze heeft twee ogen, zwart, waardoor de politieagent vraagt of er geweld is gebruikt. Hierop geeft de persoon het antwoord: Alleen de hamerslag van haar zoenen en de geur van haar adem. De politieagent antwoord hierop dat ze niemand kennen die aan die beschrijven voldoet.

Dat de man verliefd is en niet serieus is, blijkt uit de volgde regels:
Regel 1: ‘Can you give me a precise description? Said the policeman.’ Als antwoord krijgt de politieman: Her lips, I told him,were soft.
Regel 5: ’ Were there any noticeable Peculiarities? he asked. Als antwoord krijgt de man: Her hair hung Heavily, I said.
Regel 7: ‘Any particular Colour? he said. Als antwoord krijgt de man: I told him I could recall
Little but its distinctive scent.
Op deze manier gaat het gedicht maar door. Het lijkt erop de man die de antwoorden moet geven, verliefd is. Het gedicht is dus min of meer een grap.

Dit von ik een grappig gedicht, omdat het niet gebruikelijk is. De titel lijkt de zeggen dat het om een serieus gedicht gaat en om een serieuze vermissing. Gedurende het gedicht kom je erachter dat de man verliefd moet zijn, omdat zijn antwoorden typisch zijn voor iemand die verliefd is. Voor de mensen die liever gedichten lezen met humor en weinig diepgang, is dat zeker een aanrader!

Women are but mens shaddowes by Ben Johnson (1572- 1637)


Follow a shadow, it still flies you,
Seem to fly it, it will pursue :
So court a mistress, she denies you ;
Let her alone, she will court you.
Say are not women truly, then,
Styl'd but the shadows of us men ?
At morn and even shades are longest ;
At noon they are or short, or none :
So men at weakest, they are strongest,
But grant us perfect, they're not known.
Say, are not women truly, then,
Styl'd but the shadows of us men ?





Ben Jonson was een van de Metafysische dichters uit de renaissance.
In plaats van gewone vergelijkingen, comparisons, maakten zij ingewikkelde, wetensschappelijk onderbouwde vergelijkingen, genaamd conceits.
Bij de eerste zin kun je de woorden ‘If you’ voor follow zetten om de zin beter te begrijpen.

Plot: Het gaat over de schaduw die aan je vast zit. Dat het niet uitmaakt waar je bent, je schaduw is er altijd. Alleen als de zon pal op je schijnt, heb je geen schaduw.
In dit gedicht worden vrouwen vergeleken met schaduwen. Als je , als man, achter een vrouw aangaat, dan wil ze niets van je weten. Maar als je niets doet, dan komt ze naar je toe. Verder heeft een man ook een vrouw nodig op het begin van zijn leven (dan schijnt de schaduw), in de bloei van zijn leven niet (de zon schijnt recht op je en je hebt geen schaduw) en aan he einde van zijn leven wel weer (de schaduw komt weer tevoorschijn).

Characters: Er zijn geen personages in het bijzonder. Het gaat hier meer over de man en vrouw in het algemeen.
Point of view: Er is niet echt een duidelijk perspectief. Het is meer een buitenstaander die het vertelt, dus een soort van hij/zij-perspectief.


Als de zon laag staat dan zijn de schaduwen lang. Als de zon hoog aan de hemel staat dan zijn de schaduwen kort.
Hij vergelijkt dit met de levenscyclus van een man: de ochtend is de geboorte van de man. Hij is dan zwak en heeft een vrouw, schaduw, nodig om hem als baby te verzorgen. In de middag is hij volwassen en zelfstandig genoeg om geen vrouw nodig te hebben. In de avond nadert de man zijn dood en heeft hij een vrouw nodig om hem te verzorgen.

Death by scrabble or tile 'M' for murder by Charlie Fish


It's a hot day and I hate my wife. We're playing Scrabble. That's how bad it is. I'm 42 years old, it's a blistering hot Sunday afternoon and all I can think of to do with my life is to play Scrabble. I should be out, doing exercise, spending money, meeting people. I don't think I've spoken to anyone except my wife since Thursday morning. On Thursday morning I spoke to the milkman. My letters are crap. I play, appropriately, BEGIN. With the N on the little pink star. Twenty-two points. I watch my wife's smug expression as she rearranges her letters. Clack, clack, clack. I hate her. If she wasn't around, I'd be doing something interesting right now. I'd be climbing Mount Kilimanjaro. I'd be starring in the latest Hollywood blockbuster. I'd be sailing the Vendee Globe on a 60-foot clipper called the New Horizons - I don't know, but I'd be doing something. She plays JINXED, with the J on a double-letter score. 30 points. She's beating me already. Maybe I should kill her. If only I had a D, then I could play MURDER. That would be a sign. That would be permission. I start chewing on my U. It's a bad habit, I know. All the letters are frayed. I play WARMER for 22 points, mainly so I can keep chewing on my U. As I'm picking new letters from the bag, I find myself thinking - the letters will tell me what to do. If they spell out KILL, or STAB, or her name, or anything, I'll do it right now. I'll finish her off. My rack spells MIHZPA. Plus the U in my mouth. Damn. The heat of the sun is pushing at me through the window. I can hear buzzing insects outside. I hope they're not bees. My cousin Harold swallowed a bee when he was nine, his throat swelled up and he died. I hope that if they are bees, they fly into my wife's throat. She plays SWEATIER, using all her letters. 24 points plus a 50 point bonus. If it wasn't too hot to move I would strangle her right now. I am getting sweatier. It needs to rain, to clear the air. As soon as that thought crosses my mind, I find a good word. HUMID on a double-word score, using the D of JINXED. The U makes a little splash of saliva when I put it down. Another 22 points. I hope she has lousy letters.

<>
She tells me she has lousy letters. For some reason, I hate her more. She plays FAN, with the F on a double-letter, and gets up to fill the kettle and turn on the air conditioning. It's the hottest day for ten years and my wife is turning on the kettle. This is why I hate my wife. I play ZAPS, with the Z doubled, and she gets a static shock off the air conditioning unit. I find this remarkably satisfying. She sits back down with a heavy sigh and starts fiddling with her letters again. Clack clack. Clack clack. I feel a terrible rage build up inside me. Some inner poison slowly spreading through my limbs, and when it gets to my fingertips I am going to jump out of my chair, spilling the Scrabble tiles over the floor, and I am going to start hitting her again and again and again. The rage gets to my fingertips and passes. My heart is beating. I'm sweating. I think my face actually twitches. Then I sigh, deeply, and sit back into my chair. The kettle starts whistling. As the whistle builds it makes me feel hotter. She plays READY on a double-word for 18 points, then goes to pour herself a cup of tea. No I do not want one. I steal a blank tile from the letter bag when she's not looking, and throw back a V from my rack. She gives me a suspicious look. She sits back down with her cup of tea, making a cup-ring on the table, as I play an 8-letter word: CHEATING, using the A of READY. 64 points, including the 50-point bonus, which means I'm beating her now. She asks me if I cheated. I really, really hate her. She plays IGNORE on the triple-word for 21 points. The score is 153 to her, 155 to me. The steam rising from her cup of tea makes me feel hotter. I try to make murderous words with the letters on my rack, but the best I can do is SLEEP. My wife sleeps all the time. She slept through an argument our next-door neighbours had that resulted in a broken door, a smashed TV and a Teletubby Lala doll with all the stuffing coming out. And then she bitched at me for being moody the next day from lack of sleep.

<>
If only there was some way for me to get rid of her. I spot a chance to use all my letters. EXPLODES, using the X of JINXED. 72 points. That'll show her. As I put the last letter down, there is a deafening bang and the air conditioning unit fails. My heart is racing, but not from the shock of the bang. I don't believe it - but it can't be a coincidence. The letters made it happen. I played the word EXPLODES, and it happened - the air conditioning unit exploded. And before, I played the word CHEATING when I cheated. And ZAP when my wife got the electric shock. The words are coming true. The letters are choosing their future. The whole game is - JINXED. My wife plays SIGN, with the N on a triple-letter, for 10 points. I have to test this. I have to play something and see if it happens. Something unlikely, to prove that the letters are making it happen. My rack is ABQYFWE. That doesn't leave me with a lot of options. I start frantically chewing on the B. I play FLY, using the L of EXPLODES. I sit back in my chair and close my eyes, waiting for the sensation of rising up from my chair. Waiting to fly. Stupid. I open my eyes, and there's a fly. An insect, buzzing around above the Scrabble board, surfing the thermals from the tepid cup of tea. That proves nothing. The fly could have been there anyway. I need to play something unambiguous. Something that cannot be misinterpreted. Something absolute and final. Something terminal. Something murderous. My wife plays CAUTION, using a blank tile for the N. 18 points. My rack is AQWEUK, plus the B in my mouth. I am awed by the power of the letters, and frustrated that I cannot wield it. Maybe I should cheat again, and pick out the letters I need to spell SLASH or SLAY. Then it hits me. The perfect word. A powerful, dangerous, terrible word. I play QUAKE for 19 points. I wonder if the strength of the quake will be proportionate to how many points it scored. I can feel the trembling energy of potential in my veins. I am commanding fate. I am manipulating destiny. My wife plays DEATH for 34 points, just as the room starts to shake. I gasp with surprise and vindication - and the B that I was chewing on gets lodged in my throat. I try to cough. My face goes red, then blue. My throat swells. I draw blood clawing at my neck. The earthquake builds to a climax. I fall to the floor. My wife just sits there, watching.

De bijtitel ' tile M for murder' is een woordspeling om de titel van een ander boek 'dail M for murder'. Tile is het Engelse woord voor letterblokje en de letterblokjes staan natuurlijk centraal in het spel scrabble. Er wordt met de titel verwezen naar de gebeurtenissen in de tekst. De woorden die gelegd worden hebben invloed op de realiteit. De woorden die gespeeld worden, worden waarheid. De man speelde bijvoorbeeld het woord 'explode' en toen explodeerde de airconditioning. De titel zegt dus als je het woord 'murder' speelt in het spel, dat er ook daadwerklijk iemand dood zal gaan. (Verder op in het verhaal zien we dat er ook daadwerklijk iemand overlijdt nadat het woord 'death' is gelegd).

Een man speelt met zijn vrouw scrabble. Hij verwijt haar dat zij de reden is van zijn saaie en vervelende leven, hij haat haar. Hij wil graag het woord 'murder' leggen, als een soort hint voor zijn vrouw. Hij wenst dat een bij in zijn vrouws mond vliegt en dat ze als gevolg daarvan overlijdt. Als het niet te heet was, zou hij haar ter plekke omleggen, dacht hij.
Hij speelde het woord 'warmer' en niet veel later wordt het erg warm in de kamer. Zij speelt het woord 'sweatier' en hij voelt vlak daarna de zweetdruppels op zijn hoofd staan. Hij speelt 'humid' en de vochtige druppels van zijn speeksel vallen op het scrabble bord. Zo komt elke keer het gelegde woord terug in de realiteit. Als hij 'zap' speelt (neerknallen, vernietigen), krijgt zijn vrouw een schok van de air conditioning. Hij begint zich steeds meer aan zijn vrouw te ergeren, de woede in hem wordt steeds groter. Hij legt het woord 'explodes' en de air conditioning explodeerd. 'The words are coming true' realiseerd de man zich. 'The whole game is 'jinxed' (behekst)." Hij wil kijken of het echt werkt door een woord te leggen dat niet verkeerd geinterpreteerd kan worden, een woord rondom de dood. Hij wil worden als 'slay' of 'slash' leggen, hij wil eindelijk van zijn vrouw af. Hij wil een krachtig, gevaarlijk en verschrikkelijk woord leggen. "I am manipulating destiny", de man denk dat hij de baas is over het noodlot. En hij legt het woord 'quake' (beving). De ruimte begint inderdaad te bewegen. Plotseling speelt zijn vrouw 'death' en hij snakt naar adem. Hij is verrast en zoekt naar een verklaring. Het letterblokje 'B' (verwijst naar de 'bee' (bij) waarvan hij wilde dat deze de dood van zijn vrouw zou veroorzaken) waar hij op kauwde schoot in zijn keel en hij stikte in zijn bloed. 'The eartquake builds to a climax..."

Gelegde woorden van de ik persoon: begin, warmer, zaps (vernietigen, neerknallen), humid(vochtig), cheating, sleep, explodes, fly, quake
Gelegde woorden die de ik persoon graag wilde leggen: murder, kill, stab (doodsteken), slash (afsnijden), slay (ombrengen), naam van de vrouw
Gelegde woorden van de vrouw: jinxed (behekst), sweatier, fan (ventileren), ready, ignore, sign, caution (waarschuwing, voorzichtig doen), death

De ironie van het verhaal is dat de man graag zijn vrouw wil vermoorden door de juiste woorden te spelen tijdens een potje scrabble en dat hij zelf uiteindelijk de gene is die overlijdt.

To his coy mistress by Andrew Marvell (1621- 1678)

To His Coy Mistress
Had we but world enough, and time,
This coyness, Lady, were no crime
We would sit down and think which way
To walk and pass our long love's day.
Thou by the Indian Ganges' side
Shouldst rubies find: I by the tide
Of Humber would complain. I would
Love you ten years before the Flood,
And you should, if you please, refuse
Till the conversion of the Jews.
My vegetable love should grow
Vaster than empires, and more slow;
An hundred years should go to praise
Thine eyes and on thy forehead gaze;
Two hundred to adore each breast,
But thirty thousand to the rest;
An age at least to every part,
And the last age should show your heart.
For, Lady, you deserve this state,
Nor would I love at lower rate.

But at my back I always hear
Time's wingèd chariot hurrying near;
And yonder all before us lie
Deserts of vast eternity.
Thy beauty shall no more be found,
Nor, in thy marble vault, shall sound
My echoing song: then worms shall try
That long preserved virginity,
And your quaint honour turn to dust,
And into ashes all my lust:
The grave's a fine and private place,
But none, I think, do there embrace.

Now therefore, while the youthful hue
Sits on thy skin like morning dew,
And while thy willing soul transpires
At every pore with instant fires,
Now let us sport us while we may,
And now, like amorous birds of prey,
Rather at once our time devour
Than languish in his slow-chapt power.
Let us roll all our strength and all
Our sweetness up into one ball,
And tear our pleasures with rough strife
Thorough the iron gates of life:
Thus, though we cannot make our sun
Stand still, yet we will make him run.


Dit liefdesgedicht, eigenlijk een verleidingsgedicht, behoort nog altijd tot de zeer populaire gedichten uit de Engelse literatuurgeschiedenis. De dichter probeert zijn verlegen, bedeesde ('coy') geliefde ertoe te bewegen op korte termijn met hem het bed te delen. Hij doet dit via een korte en zeer logisch klinkende argumentatie, met gebruikmaking van humor en ironie. Marvell wordt gerekend tot de 'groep' van Metaphysical poets, en hij past inderdaad de door hen gebezigde conceits toe in het gedicht.

Het gedicht is ingedeeld in drie delen, waarin de dichter op bondige wijze zijn redenering opbouwt: "Stel dat...", "Maar zo is het niet...", "En dus...".

Het gedicht opent met de beroemd geworden woorden "Had we but world enough and time", waarin wordt gesteld dat als men over het eeuwige leven zou beschikken, men ook alle tijd had om de liefde te doen opbloeien en geen haast hoefde te hebben om het ultieme doel te bereiken.

Het tweede deel toont echter de rauwe werkelijkheid: het leven is kort en als je er nu niet van geniet is het te laat. In het graf heb je niets meer aan je maagdelijkheid (The grave's a fine and private place, But none, I think, do there embrace.)

In het derde deel beoogt de dichter zijn doel zo snel mogelijk te bereiken: nu zijn we nog jong en moeten we van het leven genieten zo lang het nog kan.

Amoretti: Sonnet 75 by Edmund Spenser (1552- 1599)


One day I wrote her name upon the strand,
But came the waves and washed it away:
Again I write it with a second hand,
But came the tide, and made my pains his prey.
Vain man, said she, that doest in vain assay,
A mortal thing so to immortalize,
For I myself shall like to this decay,
And eek my name be wiped out likewise.
Not so, (quod I) let baser things devise
To die in dust, but you shall live by fame:
My verse, your virtues rare shall eternize,
And in the heavens write your glorious name.
Where whenas death shall all the world subdue,
Our love shall live, and later life renew.

1594

In dit gedicht schrijft een man de naam van zijn geliefde in het zand. Deze blijft echter niet staan, want het wordt vloed en de naam wordt weggespoeld. Opnieuw schrijft hij de naam in het zand en deze wordt nogmaals weggespoeld. Na deze keer wordt de man aangesproken door een vrouwenstem, wie deze toebehoort is onduidelijk. De vrouw is van mening dat iets als liefde niet onsterfelijk te maken is, de man spreekt dit tegen. Hij is van mening dat de liefde onsterfelijk is.

Scene: aan zee, op het strand.

Theme: liefde (en of dit al dan niet onsterfelijk is).

Characters: Een personage is de verliefde romantische man die de naam in het zand schrijft. Als tweede de stem die hem toespreekt, wie deze stem toebehoort is onduidelijk.

Point of view:Het is een dialoog, waarin de man en de vrouwelijke stem afwisselend spreken. Tussendoor worden de gebeurtenissen eromheen omschreven.

Let me die a youngman's death by Roger Mc Gough 1937


Let me die a youngman's death
not a clean and inbetween
the sheets holywater death
not a famous-last-words
peaceful out of breath death

When I'm 73
and in constant good tumour
may I be mown down at dawn
by a bright red sports car
on my way home
from an allnight party

Or when I'm 91
with silver hair
and sitting in a barber's chair
may rival gangsters
with hamfisted tommyguns burst in
and give me a short back and insides

Or when I'm 104
and banned from the Cavern
may my mistress
catching me in bed with her daughter
and fearing for her son
cut me up into little pieces
and throw away every piece but one

Let me die a youngman's death
not a free from sin tiptoe in
candle wax and waning death
not a curtains drawn by angels borne
'what a nice way to go' death


Let me die a Youngman’s death is een gedicht geschreven door Roger McGough en gaat over het sterven. In het gedicht geeft de ikpersoon aan hoe hij wil sterven en hoe dat anders is dan wat de gemiddelde mens wil. Waar de meeste mensen rustig in hun slaap willen sterven of hun laatste woorden willen kunnen spreken nadat een priester hen gezegend heeft, wil de ikpersoon iets totaal anders. Hij wil een dood sterven die bij jonge mensen past (wat de titel verklaart) hij wil spectaculair doodgaan. Na een feestje door een sportauto overreden,vermoord door andere gangsters, door de zoon van zijn maîtresse. De ikpersoon wil een bijzondere dood, een dood wanneer hij nog vol in het leven staat en die tegen natuurlijk is.
Ik vond dit een goed gedicht, omdat het contrast tussen wat hij wil en wat andere mensen willen zo duidelijk is beschreven en omdat hij steeds situaties schetst bij een bepaalde leeftijd van hoe hij zou willen sterven, situaties die bijna surrealistisch zijn.

I wandered lonely as a cloud by William Wordsworth


I wandered lonely as a cloud
That floats on high o'er vales and hills,
When all at once I saw a crowd,
A host, of golden daffodils;
Beside the lake, beneath the trees,
Fluttering and dancing in the breeze.

Continuous as the stars that shine
And twinkle on the milky way,
They stretched in never-ending line
Along the margin of a bay:
Ten thousand saw I at a glance,
Tossing their heads in sprightly dance.

The waves beside them danced; but they
Out-did the sparkling waves in glee:
A poet could not but be gay,
In such a jocund company:
I gazed---and gazed---but little thought
What wealth the show to me had brought:

For oft, when on my couch I lie
In vacant or in pensive mood,
They flash upon that inward eye
Which is the bliss of solitude;
And then my heart with pleasure fills,
And dances with the daffodils.

Dit Romantische gedicht is kenmerkend voor de Romantische periode in de Engelse literatuur. De kenmerken van de romantiek komen duidelijk naar voren in dit gedicht. De natuur speelt een belangrijke rol en staat centraal. "When all at once I saw a crowd, A host of golden daffodils;" Ook het gevoel speelt een erg grote rol in dit gedicht. De dichter voelt zich minder eenzaam door de aanwezigheid van de narcissen die in de wind wapperen. Het gedicht speelt zich af in de natuur, de schrijver voelt zich alleen. Het gedicht is opgebouwd uit jamben, de laatste regels vallen steeds op doordat ze een ander ritme hebben.


The end of the party by Graham Green


The End of the Party gaat over de tweelingbroers Peter en Francis Morton. Francis Morton doet net alsof hij erg verkouden is. Hij doet dat omdat er ’s avonds een kinderfeestje door Mrs. Henne-Falcon gegeven wordt. Hij wil niet gaan omdat ze bij het kinderfeestje het spel verstoppen en zoeken in het donker gaan spelen. Francis is bang in het donker en wil daarom niet mee naar het feestje. Hij wil eigenlijk in bed blijven liggen, maar de nanny zegt dat het beter is dat hij een stukje gaat lopen en dat doet hij dan ook. Zijn moeder zegt dat hij zich niet zo moet aanstellen want er is niks om bang voor te zijn.
Francis en zijn tweelingbroer gaan samen naar het kinderfeestje. Ze doen van allerlei spelletjes en later op de avond komt ook verstoppen en zoeken in het donker op het programma. Francis zegt nog dat hij niet mee kan doen omdat de nanny hem ieder moment kan komen ophalen. Peter probeert hem te helpen door te zeggen dat zijn broer bang is in het donker. De andere kinderen noemen hem lafaard en dat wil hij niet. Francis laat zich niet kennen en doet toch mee met het spel. Als de lichten uitgaan gaat Peter op zoek naar zijn broer. Peter vindt Francis en wil hem geruststellen door zijn arm om hem heen te slaan. Francis ziet zijn broer niet en schrikt zich dood. Peter vraagt zich af waarom Francis niet aan het gillen is. Hij zegt ook niets meer. Het spel gaat gewoon door en de kinderen zijn allemaal gevonden behalve Peter en Francis die hebben ze nog niet ontdekt. De lichten gaan weer aan en ze vinden hen. Mrs.Henne-Falcon ziet dat Francis dood is.

De titel past goed bij het verhaal want The End of the Party betekent het einde van het feestje. Op het einde van het kinderfeestje gaat Francis dood. De titel verwijst dus naar de dood van Francis. De personen in dit verhaal zijn: Peter Morton, Francis Morton, de nanny, de moeder van Peter en Francis en Mrs. Henne-Falcon.

Peter en Francis zijn round characters en de nanny, de moeder van Peter en Francis en Mrs. Henne-Falcon zijn flat characters. Peter probeert zijn broer te helpen. Hij probeert om Francis niet naar het kinderfeestje te laten gaan. Ook probeert hij op zijn eigen manier te zeggen tegen de kinderen dat Francis niet mee wil doen met verstoppen-zoeken in het donker door te zeggen dat hij bang is in het donker. Dit valt echter niet goed want Francis wordt lafaard genoemd. De hoofdpersoon in het verhaal is Francis, een jongen die bang is in het donker. Hij heeft er alles voor over om maar niet het spel in het donker te hoeven spelen. De nanny probeert Francis op te vrolijken door met hem een stukje te gaan wandelen. De moeder van Francis begrijpt haar zoon niet en dwingt hem min of meer om naar het kinderfeestje te gaan. Ze kan niet begrijpen dat haar zoon bang is in het donker. Mrs. Henne-Falcon wil niet dat Francis haar kinderfeestje verpest en zegt dat Francis gewoon mee moet doen.

Het verhaal speelt zich af in het huis van Francis en Peter en in het huis van Mrs. Henne-Falcon omdat hier het kinderfeestje gegeven wordt. Het verhaal wordt verteld door de alwetende verteller. Hierdoor weet je als lezer alles van alle personages. Het verhaal wordt in duidelijk, niet ingewikkeld taalgebruik geschreven omdat het verhaal gaat over twee jongens van ongeveer de leeftijd 9-10 jaar.

The End of the Party vind ik een sterk, mooi en indrukwekkend verhaal. Het verhaal is zo sterk doordat het verhaal een bepaald doel heeft: een boodschap overbrengen. Het thema, de boodschap van het verhaal is dat volwassenen beter en anders moeten reageren op de angsten van hun kinderen. De moeder van Francis heeft geen aandacht voor haar zoon. Francis zegt dat hij niet naar het kinderfeestje wil omdat hij bang is in het donker. De moeder gaat er verder niet echt op in maar zegt alleen maar dat er niks is om bang voor te zijn in het donker en dat hij gewoon naar het kinderfeestje moet gaan omdat zij al heeft gezegd dat haar kinderen komen. Als ze nou als moeder met Francis zou gaan praten over zijn angsten en hem niet zou dwingen tot bepaalde dingen, dan ben je als moeder veel beter bezig. Je moet je kinderen kunnen begrijpen.
Het verhaal is mooi en indrukwekkend omdat Francis, een jongen van 9-10 jaar overlijdt doordat hij schrikt in het donker. We hadden niet verwacht dat iemand daar aan zou kunnen sterven. Je gaat hier dan wel over nadenken. Zelf ben je ook wel eens bang in het donker maar je verwacht toch niet dat je daaraan kunt overlijden.

The unicorn in the garden by James Thurber


Once upon a sunny morning a man who sat in a breakfast nook looked up from his scrambled eggs to see a white unicorn with a golden horn quietly cropping the roses in the garden. The man went up to the bedroom where his wife was still asleep and woke her. "There's a unicorn in the garden," he said. "Eating roses." She opened one unfriendly eye and looked at him.
"The unicorn is a mythical beast," she said, and turned her back on him. The man walked slowly downstairs and out into the garden. The unicorn was still there; now he was browsing among the tulips. "Here, unicorn," said the man, and he pulled up a lily and gave it to him. The unicorn ate it gravely. With a high heart, because there was a unicorn in his garden, the man went upstairs and roused his wife again. "The unicorn," he said,"ate a lily." His wife sat up in bed and looked at him coldly. "You are a booby," she said, "and I am going to have you put in the booby-hatch."
The man, who had never liked the words "booby" and "booby-hatch," and who liked them even less on a shining morning when there was a unicorn in the garden, thought for a moment. "We'll see about that," he said. He walked over to the door. "He has a golden horn in the middle of his forehead," he told her. Then he went back to the garden to watch the unicorn; but the unicorn had gone away. The man sat down among the roses and went to sleep.
As soon as the husband had gone out of the house, the wife got up and dressed as fast as she could. She was very excited and there was a gloat in her eye. She telephoned the police and she telephoned a psychiatrist; she told them to hurry to her house and bring a strait-jacket. When the police and the psychiatrist arrived they sat down in chairs and looked at her, with great interest.
"My husband," she said, "saw a unicorn this morning." The police looked at the psychiatrist and the psychiatrist looked at the police. "He told me it ate a lilly," she said. The psychiatrist looked at the police and the police looked at the psychiatrist. "He told me it had a golden horn in the middle of its forehead," she said. At a solemn signal from the psychiatrist, the police leaped from their chairs and seized the wife. They had a hard time subduing her, for she put up a terrific struggle, but they finally subdued her. Just as they got her into the strait-jacket, the husband came back into the house.
"Did you tell your wife you saw a unicorn?" asked the police. "Of course not," said the husband. "The unicorn is a mythical beast." "That's all I wanted to know," said the psychiatrist. "Take her away. I'm sorry, sir, but your wife is as crazy as a jaybird."
So they took her away, cursing and screaming, and shut her up in an institution. The husband lived happily ever after.
Moral: Don't count your boobies until they are hatched.


Titel:
De titel van dit verhaal geeft het onderwerp van het verhaal weer. Het verhaal gaat namelijk over een man die een eenhoorn in zijn tuin ziet en de titel is, vertaald, 'Eenhoorn in de tuin'

Plot:
De man ziet een eenhoorn in zijn tuin die rozen aan het eten is. Hij wekt zijn vrouw om het hem te vertellen, maar die zegt dat eenhoorns niet bestaan. Dan gaat hij naar de eenhoorn in de tuin en geeft hem een lelie die de eenhoorn opeet. Opnieuw gaat hij naar zijn vrouw om haar te wekken en dit te vertellen. De vrouw zegt dat hij gek is en belt de politie en een psychiater. Als die zijn gearriveerd, vertelt ze hen het verhaal. De psychiater zegt dat eenhoorns niet bestaan, en dat ze gek is en word opgesloten en hij neemt haar mee.

Characters:
De belangrijkste personen uit het verhaal zijn de man en de vrouw die getrouwd zijn en in het huis wonen. Zij zijn flat characters; je komt niets over hun gevoelens en gedachten te weten en je kent maar een beperkt aantal eigenschappen van hen. Andere personen zijn de politieagent en de psychiater en zij spelen alleen een bepaalde rol, waarbij je niets over hun te weten komt.

Setting:
Het verhaal speelt zich af in het huis en de tuin van de man en de vrouw. De man ziet in zijn tuin een eenhoorn, en gaat het in het huis aan zijn vrouw vertellen. Later komen de politie en de psychiater ook naar het huis. De functie van deze setting is dat het de sfeer opwekt van een normaal dagelijks leven en dat ze dus niet ergens bijzonder zijn waar bijzondere dingen gebeuren.

Point of view
Het verhaal wordt verteld vanuit de derde persoon. Het is een verteller die overzicht heeft op de situatie en uitlegt wat er gebeurt.

Theme
Het thema achter dit verhaal staat eigenlijk al onder het verhaal weergegevn als de moraal van dit verhaal. Er staat 'Don't count your boobies until they are hatched.' wat afgeleid is van een engels spreekwoord, wat betekend dat je niet moet rekenen op iets wat je nog niet daadwerkelijk hebt.

Style
De stijl van het veraal voelt modern aan. Het leest makkelijk weg en er wordt geen gebruik gemaakt van moeilijk of archaïsch taalgebruik en ingewikkelde zinsbouw. Wel worden er moderne woorden gebruikt waardoor het verhaal erg hedendaags op de lezer overkomt.

The chimney sweeper by William Blake( 1757- 1827)


When my mother died I was very young,
And my father sold me while yet my tongue
Could scarcely cry 'Weep! weep! weep! weep!'
So your chimneys I sweep, and in soot I sleep.

There's little Tom Dacre, who cried when his head,
That curled like a lamb's back, was shaved; so I said,
‘Hush, Tom! never mind it, for, when your head's bare,’
‘You know that the soot cannot spoil your white hair.’

And so he was quiet, and that very night,
As Tom was a-sleeping, he had such a sight!--
That thousands of sweepers, Dick, Joe, Ned, and Jack,
Were all of them locked up in coffins of black.

And by came an angel, who had a bright key,
And he opened the coffins, and set them all free;
Then down a green plain, leaping, laughing, they run
And wash in a river, and shine in the sun.

Then naked and white, all their bags left behind,
They rise upon clouds, and sport in the wind;
And the angel told Tom, if he'd be a good boy,
He'd have God for his father, and never want joy.

And so Tom awoke, and we rose in the dark,
And got with our bags and our brushes to work.
Though the morning was cold, Tom was happy and warm:
So, if all do their duty, they need not fear harm.


A little black thing among the snow,
Crying ‘weep! Weep!’ in notes of woe!
‘Where are thy father & mother? Say?’
‘They are both gone up to the church to pray.’

‘Because I was happy upon the health,’
‘And smil’d among the winter’s snow,’
‘They clothed me in the clothes of death’
‘And taught me to sing the notes of woe.’

‘And because I am happy & dance & sing,’
‘They think they have done me no injury,’
‘And are gone to praise God & his Priest & King,’
‘Who make up a heaven of our misery.’

William Blake heeft het eerste deel (de eerste zes strofen) van dit gedicht gepubliceerd in ‘Songs of Innocence’ in 1789. Dit eerste stuk van het gedicht laat zien dat kinderen een erg positieve blik op het leven hadden. Zij proberen het best van hun leven te maken en veel lol te hebben en zij zijn absoluut niet bang voor de dood. In de laatste regels van de eerste strofe, roepen zij: ‘Weep! Weep! Weep! Weep!’ Dit was een poging van hen om de schreeuw van de schoorsteenvegers na te doen. Ook zijn de jongens erg positief. Tom, die erg verdrietig was toen zijn mooie, krullende haar eraf werd geschoren, werd getroost door de anderen. ‘You know that the soot (roet) cannot spoil your white hair.’ Tom was gerust gesteld en die nacht kreeg hij een droom. Alle schoorsteenvegers zaten in een zwarte kist, waarna een engel hen kwam bevrijden. Dit maakt hen erg blij: ‘Then down a green plain, leaping, laughing, they run and wash in a River, and shine in the sun’ De laatste strofe ‘So, if all do their duty, they need not fear harm’ brengt de boodschap van het eerste deel van dit gedicht. Als zij hun plicht volbrengen, hoeven zij niet bang te zijn om gekwetst te worden, zij kunnen dus een fijn leven leiden.

Het tweede deel van het gedicht (de laatste drie strofen) is gepubliceerd in ‘Song of Experience’ in 1794. In dit deel wordt een ander perspectief duidelijk. Het kind verwijt zijn ouders de positie waarin hij nu verkeerd. Hij vindt zijn situatie ellendig en geeft ook de schuld aan god, de priester en de koning.De eerste strofe van dit deel beschrijft de situatie van een kleine schoorsteenveger onder de sneeuw, hij huilt en roept om zijn ouders. Maar zij zijn aan het bidden in de kerk.In de tweede en derde strofe legt het kind zijn situatie uit. Hij was gelukkig en tevreden, ook al waren zij niet rijk en een ijzige kou maakte hem niet uit, waarna hij in de ‘in the clothes of death’ (zwarte dode kleren) werd gehesen en hem de schreeuw van de schoorsteenvegers werd geleerd. Dit zegt dus eigenlijk hoe hij, op een gedwongen manier, schoorsteenveger is worden. Toch blijft hij een optimistische jongen en hierdoor lijkt het alsof de volwassenen hem niet hebben kunnen kwetsen en geen onrecht begingen. ‘And because I am happy & dance & sing, they think they have done me no injury.’ En hierdoor gingen zij god en priester loven, omdat zij ook zo handig zijn in het goed praten van dingen (een hemel van de armoede en ellende maken) Dit weergeeft een afkeer.

Hieruit is op te maken dat William Blake, in zijn eerste gedicht, voor kinderarbeid was, kinderen leden hier niet onder en wilden hard werken. Maar in zijn tweede gedicht komt zijn afkeer tegen kinderarbeid naar voren.
Alle strofen hebben een duidelijk rijmschema, namelijk AABB ‘When my mother died I was very young, And my father sold me while yet my tongue. Could scarcely cry 'Weep! weep! weep! weep!'So your chimneys I sweep, and in soot I sleep.
Alleen de laatste strofe heeft een afwijkend rijmschema, namelijk ABAB. ‘And because I am happy & dance & sing,’ ‘They think they have done me no injury,’ ‘And are gone to praise God & his Priest & King,’ ‘Who make up a heaven of our misery.’kan zijn om de boodschap duidelijk naar voren te laten komen.

La belle dame sans merci by John Keats


O what can ail thee, knight-at-arms,
Alone and palely loitering?
The sedge has wither’d from the lake,
And no birds sing.

O what can ail thee, knight-at-arms!
So haggard and so woe-begone?
The squirrel’s granary is full,
And the harvest’s done.

I see a lily on thy brow
With anguish moist and fever dew,
And on thy cheeks a fading rose
Fast withereth too.

I met a lady in the meads,
Full beautiful—a faery’s child,
Her hair was long, her foot was light,
And her eyes were wild.

I made a garland for her head,
And bracelets too, and fragrant zone;
She look’d at me as she did love,
And made sweet moan.

I set her on my pacing steed,
And nothing else saw all day long,
For sidelong would she bend, and sing
A faery’s song.

She found me roots of relish sweet,
And honey wild, and manna dew,
And sure in language strange she said—
“I love thee true.”

She took me to her elfin grot,
And there she wept, and sigh’d fill sore,
And there I shut her wild wild eyes
With kisses four.

And there she lulled me asleep,
And there I dream’d—Ah! woe betide!
The latest dream I ever dream’d
On the cold hill’s side.

I saw pale kings and princes too,
ale warriors, death-pale were they all;
They cried—“La Belle Dame sans Merci
Hath thee in thrall!”

I saw their starved lips in the gloam,
With horrid warning gaped wide,
And I awoke and found me here,
On the cold hill’s side.

And this is why I sojourn here,
Alone and palely loitering,
Though the sedge is wither’d from the lake,
And no birds sing.

La belle dame sans merci' is een ballade; een soort lied met een ritme erin. Het metrum bestaat uit jambes, maar bij de laatste regel van elke strofe ontbreekt dit metrum. Op deze manier wordt de nadruk op die versregels gelegd.

Het gedicht is afkomstig uit de periode de Romantiek. In deze periode stond gevoel centraal. Het ideaal was om de gevoelens direct te uiten zonder zich aan bepaalde regels te moeten houden. In dit gedicht zien we dat de gevoelens van de ridder centraal staan. Hij wordt verliefd op een vrouw en kan alleen nog maar aan haar denken. ' And nothing else saw all day long'

Naast emoties stond ook de verbeelding centraal. Er werd vaak geschreven over fee-achtige figuren en dromen. Ook in dit gedicht staat de droom centraal:
" In de eerste drie strofen spreekt een verteller een geharnaste, bleke en zwervende ridder aan. In de rest van deze ballade is deze ridder aan het woord, hij verklaart zijn lot. Hij is in de ban geraakt van een sprookjesachtige mooie vrouw. De ridder denkt dat de mooie vrouw van hem houdt. In haar elfengrot valt hij in slaap en in zijn droom wordt hij gewaarschuwd voor La belle dame sans merci (de mooie vrouw zonder genade). Als de ridder ontwaakt, bevindt hij zich op een kille heuvel, van de mooie betoverende vrouw geen spoor."
De ridder beseft dat de werkelijkheid en de droom niet te verenigen zijn en dat stemt hem zeer ongelukkig. Ook dat ongelukkige gevoel als gevolg van het besef dat zijn ideaal/verlangen nooit werkelijkheid zal worden is typisch voor de Romantische periode.

De ridder is een duidelijk voorbeeld van een romantisch personage. Romantische personages zijn vaak dolenden en zwervers met een groot onvervulbaar verlangen. Dat verlangen wordt vaak gesymboliseerd door een betoverend mooie, maar onbereikbare geliefde. De ridder wilde de betoverende vrouw de zijne maken, maar ontwaakt uit de droom en betovering bevind de ridder zich op een kille koude heuvel.


In de tiende strofe van dit gedicht wordt er door bleke vorsten en prinsen geroepen 'La belle dame sans merci hath thee in thrall!' (La belle dame sans merci maakte jou slaaf) Zij vertellen dus dat de geharnaste ridder door haar verleid is.

De vrouw praat in een vreemde taal (" And sure in language strange she said: I love thee true"), ze neemt hem mee naar een elfengrot en zingt een feeënlied. Daarnaast zoekt ze wortels en wilde honing voor hem. Dit zijn allerlei dingen die een gewone vrouw toch niet zomaar zou doen, het zijn hints die laten merken dat de vrouw meer is dan gewoon een mooie vrouw.

De verteller treft een bleke eenzame ridder aan die diep gekweld is. 'Lily' staat voor zijn bleke voorhoofd en de 'fading rose' geeft aan dat zijn wangen steeds minder rood worden. De verteller treft de ridder dus in gekwelde en een beetje koortsige staat aan.

Het is herfst in dit gedicht: de vogels zingen niet meer, de oogst is van het veld, de eekhoorn heeft zijn wintervooraad in geslagen en het gras is verdord. Het thema van dit gedicht is liefdesverdriet en de onverenigbaarheid van zijn verlangen. Hij leidt eronder dat de vrouw waar hij verliefd op was geworden hem verlaten had. De herfst staat voor vergankelijkheid: vergaan van kleuren en het vallen van bladeren. De herst past dus goed bij het thema.

A death by Elizabeth Jennings


'His face shone' she said,
'Three days I had him in my house,
Three days before they took him from his bed,
And never have I felt so close'

'Always alive was he
A little drwan away from me.
Looks are opaque when living and his face
Seemed hiding something carefully.

'But those three days before
They took his body out, I used to go
And talk to him. That shining from him bore
No secrets. Living, he never looked or answered so.'

Sceptic I listened, then
Noted what peace she seemed to have,
How tenderly she put flowers on his grave
But not as if he might return again
Or shine or seem quite close:
Rather to please us were the flowers she gave.

'A death' is een gedicht dat mensen tot nadenken zet en het gedicht laat ons op een andere manier tegen de dood en/of het rouwproces aankijken. Er worden weinig gevoelens in het gedicht geuit. Alleen de vierde versregel 'and never have I felt so close' toont emotie.

De eerste drie strofen van dit gedicht beschrijven hoe een 'she' heeft beleefd dat de overleden man drie dagen bij haar in huis lag. We gaan ervanuit dat de man opgebaard ligt ergens in haar huis. Ze vertelt vrij objectief over die drie dagen en gebruikt tegenstellingen om zaken onder extra aandacht te brengen. Zo zegt ze dat het voelt alsof ze meer contact heeft met de overleden man dan toen hij nog leefde. 'Always alive he was, a little drawn away from me' terwijl het juist logisch is dat nu hij dood is hij meer afwezig is, maar zij voelt dit anders.

In de laatste strofe wordt er van perspectief gewisseld (dit kun je vaak zien door goed op leestekens te letten, in de vierde strofe ontbreken bijvoorbeeld aanhalingstekens). Er komen 4 personen aanbod in deze laatste strofe: 'I' , 'she' (slaat terug op de vrouw uit de eerste drie stofes), 'he' (de overleden man) en nog een persoon of meerdere personen die samen rondom het graf staan, want de 'I' - persoon spreekt van 'us' in de laatste versregel van dit gedicht.

In de laatste strofe wordt gezegd dat 'she' alleen de bloemen op het graf van de overleden man legt zodat de mensen rondom het graf tevreden zouden zijn. Normaal gesproken leg je bloemen op het graf van een overleden persoon als eerbetoon, maar zo werkte het bij haar niet.

De vrouw uit weinig emoties, maar wel wordt duidelijk dat ze nu de man overleden is, meer contact met hem heeft dan toen hij nog leefde. Dat is natuurlijk een grote tegenstelling. Ze zegt bijvoorbeeld 'And never have I felt so close', dit is ook het enige gevoel dat ze uit.

Toen de man nog in leven was, was hij een gesloten man die weinig praatte en weinig van zich liet merken. Zijn gezicht verborg altijd wat. Nu de man overleden is, is zijn gezicht open en lijkt te spreken. Dus levend maakte hij nooit zo veel contact zoals hij doet nu hij dood is.

De laatste versregel zegt dat de vrouw alleen bloemen op het graf van de overleden man legde om de andere aanwezigen tevreden te stemmen. De andere mensen rondom het graf worden dus bedoeld met 'us'. De vrouw deed dit niet als een gebrek aan liefde, maar ze voelde zich niet verbonden met het graf.

In de laatste strofe wordt gezegd 'Sceptic I listened' dit toont aan dat ze vertwijfeld tegenover de vrouw stond. Ze stond met vertwijfeld te luisteren en merkte op wat voor een vrede de vrouw met de situatie bleek te hebben. Ze legde de bloemen voorzichtig op het graf, maar niet voor hem, maar 'rather to please us'. Er zit dus wel een ondertoon in de laatste strofe, we denken een beetje verontwaardiging zelfs.

De mensen in het gedicht van Emily Dickinson reageren heel gevoelig en emotioneel, je kunt merken dat de situatie ze echt raakt. In 'A death' worden er bijna geen emoties geuit en komt de vrouw over als een beetje gevoelloos. Er word vooral heel objectief beschreven.

zaterdag 24 oktober 2009

The open window by Saki(H.H. Munro, 1870- 1916)


"My aunt will be down presently, Mr. Nuttel," said a very self-possessed young lady of fifteen; "in the meantime you must try and put up with me." Framton Nuttel endeavoured to say the correct something which should duly flatter the niece of the moment without unduly discounting the aunt that was to come. Privately he doubted more than ever whether these formal visits on a succession of total strangers would do much towards helping the nerve cure which he was supposed to be undergoing. "I know how it will be," his sister had said when he was preparing to migrate to this rural retreat; "you will bury yourself down there and not speak to a living soul, and your nerves will be worse than ever from moping. I shall just give you letters of introduction to all the people I know there. Some of them, as far as I can remember, were quite nice." Framton wondered whether Mrs. Sappleton, the lady to whom he was presenting one of the letters of introduction came into the nice division. "Do you know many of the people round here?" asked the niece, when she judged that they had had sufficient silent communion. "Hardly a soul," said Framton. "My sister was staying here, at the rectory, you know, some four years ago, and she gave me letters of introduction to some of the people here." He made the last statement in a tone of distinct regret. "Then you know practically nothing about my aunt?" pursued the self-possessed young lady. "Only her name and address," admitted the caller. He was wondering whether Mrs. Sappleton was in the married or widowed state. An undefinable something about the room seemed to suggest masculine habitation. "Her great tragedy happened just three years ago," said the child; "that would be since your sister's time." "Her tragedy?" asked Framton; somehow in this restful country spot tragedies seemed out of place. "You may wonder why we keep that window wide open on an October afternoon," said the niece, indicating a large French window that opened on to a lawn. "It is quite warm for the time of the year," said Framton; "but has that window got anything to do with the tragedy?" "Out through that window, three years ago to a day, her husband and her two young brothers went off for their day's shooting. They never came back. In crossing the moor to their favourite snipe-shooting ground they were all three engulfed in a treacherous piece of bog. It had been that dreadful wet summer, you know, and places that were safe in other years gave way suddenly without warning. Their bodies were never recovered. That was the dreadful part of it." Here the child's voice lost its self-possessed note and became falteringly human. "Poor aunt always thinks that they will come back someday, they and the little brown spaniel that was lost with them, and walk in at that window just as they used to do. That is why the window is kept open every evening till it is quite dusk. Poor dear aunt, she has often told me how they went out, her husband with his white waterproof coat over his arm, and Ronnie, her youngest brother, singing 'Bertie, why do you bound?' as he always did to tease her, because she said it got on her nerves. Do you know, sometimes on still, quiet evenings like this, I almost get a creepy feeling that they will all walk in through that window - "

She broke off with a little shudder. It was a relief to Framton when the aunt bustled into the room with a whirl of apologies for being late in making her appearance. "I hope Vera has been amusing you?" she said. "She has been very interesting," said Framton. "I hope you don't mind the open window," said Mrs. Sappleton briskly; "my husband and brothers will be home directly from shooting, and they always come in this way. They've been out for snipe in the marshes today, so they'll make a fine mess over my poor carpets. So like you menfolk, isn't it?" She rattled on cheerfully about the shooting and the scarcity of birds, and the prospects for duck in the winter. To Framton it was all purely horrible. He made a desperate but only partially successful effort to turn the talk on to a less ghastly topic, he was conscious that his hostess was giving him only a fragment of her attention, and her eyes were constantly straying past him to the open window and the lawn beyond. It was certainly an unfortunate coincidence that he should have paid his visit on this tragic anniversary. "The doctors agree in ordering me complete rest, an absence of mental excitement, and avoidance of anything in the nature of violent physical exercise," announced Framton, who laboured under the tolerably widespread delusion that total strangers and chance acquaintances are hungry for the least detail of one's ailments and infirmities, their cause and cure. "On the matter of diet they are not so much in agreement," he continued. "No?" said Mrs. Sappleton, in a voice which only replaced a yawn at the last moment. Then she suddenly brightened into alert attention - but not to what Framton was saying. "Here they are at last!" she cried. "Just in time for tea, and don't they look as if they were muddy up to the eyes!" Framton shivered slightly and turned towards the niece with a look intended to convey sympathetic comprehension. The child was staring out through the open window with a dazed horror in her eyes. In a chill shock of nameless fear Framton swung round in his seat and looked in the same direction. In the deepening twilight three figures were walking across the lawn towards the window, they all carried guns under their arms, and one of them was additionally burdened with a white coat hung over his shoulders. A tired brown spaniel kept close at their heels. Noiselessly they neared the house, and then a hoarse young voice chanted out of the dusk: "I said, Bertie, why do you bound?"

Framton grabbed wildly at his stick and hat; the hall door, the gravel drive, and the front gate were dimly noted stages in his headlong retreat. A cyclist coming along the road had to run into the hedge to avoid imminent collision. "Here we are, my dear," said the bearer of the white mackintosh, coming in through the window, "fairly muddy, but most of it's dry. Who was that who bolted out as we came up?" "A most extraordinary man, a Mr. Nuttel," said Mrs. Sappleton; "could only talk about his illnesses, and dashed off without a word of goodby or apology when you arrived. One would think he had seen a ghost." "I expect it was the spaniel," said the niece calmly; "he told me he had a horror of dogs. He was once hunted into a cemetery somewhere on the banks of the Ganges by a pack of pariah dogs, and had to spend the night in a newly dug grave with the creatures snarling and grinning and foaming just above him. Enough to make anyone lose their nerve." Romance at short notice was her speciality.


De nicht, genaamd Vera, vroeg eerst aan Nuttel of hij iets wist van haar tante. Dit vroeg ze zodat ze wist of ze een van haar leugens kon verkondigen. Toen hij antwoordde dat hij niets van haar tante wist behalve haar naam en adres begon ze met haar leugen. Ze vertelde over de tragedie van haar tante. De nicht legde hem uit waarom de tuindeur nog altijd open stond op een oktobermiddag. Ze vertelde dat haar tantes man en haar twee jongere broers nooit meer terug van jagen waren gekomen drie jaar geleden, omdat ze waren weggezakt in een verraderlijk moeras. Hun lichamen zijn nooit meer terug gevonden(het verhaal heeft wat weg van een spookverhaal). Ze begon te stamelen (door deze toevoeging van de schrijver geloof je haar meteen, omdat ze zulke menselijke trekjes vertoont, je gaat er niet vanuit dat als iemand er van begint te stamelen, deze een leugen verkondigd).
Ze legde vervolgens uit dat haar arme lieve tante nog altijd dacht dat ze terug zouden komen en dat ze daarom de deur elke dag open liet staan, zodat ze konden binnen wandelen.
Sappleton (de tante) komt binnen en begint een gesprek met Nuttel, de leugen van Vera wordt alleen maar gesterkt door alles wat Sappleton zegt. Dan roept Sappleton dat ze haar man en broers ziet aankomen, en inderdaad, daar komen drie mannen aangelopen. Nuttel rent in shock en bang weg, omdat hij in de leugen van Vera geloofde, hij dacht dat hij nu geesten zag. De lezer komt er achter dat Vera een leugen heeft verteld als ze verteld aan haar tante waarom Nuttel wegrent. Ze zegt dat Nuttel bang was voor de hond die mee was met de drie mannen als gevolg van een gebeurtenis die hij had meegemaakt met agressieve honden, maar ze weet helemaal niets van Nuttel! Nuttel was een gast die ze voor het eerst zag, ze liegt dus weer, dit keer tegen haar tante. Op deze wijze kom je er als lezer achter dat het verhaal over de tragedie ook verzonnen is.
De schrijver van de tekst heeft er dus een dubbele twist aan gegeven: niet alleen Nuttel wordt om de tuin geleid door Vera, maar de lezer wordt om de tuin geleid door de schrijver! Er is sprake van een 'story-within-a-story'.

Het verhaal gaat dus over de schandalige, maar ook slimme verbeeldingskracht van een tiener. Als lezer wordt je op dezelfde manier als meneer Nuttel beduveld door Vera. Het verhaal heeft ook een ironisch tintje. De rode zin in de tekst is een voorbeeld van de ironie. Sappleton bedoelde het natuurlijk figuurlijk, terwijl Nuttel dacht dat hij écht geesten gezien had. Een ander voorbeeld betreft de namen van de hoofdpersonen: Vera betekend in het latijn waarheid (en dat is natuurlijk juist wat Vera niet spreekt) en de naam Nuttel verwijst naar het Engelse 'nuts' wat in het nederlands 'gek' en 'krankzinnig' betekend (Nuttel werd gek van de tragedie die Vera hem vertelde).

De laatste zin van het verhaal is de belangrijkste van het hele verhaal 'Romance at short notice was her speciality'. Romance betekent overdreven verhalen of verzonnen verhalen vol avontuur. Ze bedacht dus twee keer ter plekke een verhaal dat niet waar was en elke keer geloofde de desbetreffende persoon haar. Uit het verhaal kwam voort dat Vera wel vaker loog en het was haar specialiteit dat mensen haar verzonnen verhalen geloofden.

Cat in the Rain by Ernest Hemingway (1899-1961)


There were only two Americans stopping at the
hotel. They did not know any of the people they passed
on the stairs on their way to and from their room. Their
room was on the second floor facing the sea. It also
faced the public garden and the war monument. There
were big palms and green benches in the public garden.
In the good weather there was always an artist with his
easel. Artists liked the way the palms grew and the bright
colors of the hotels facing the gardens and the sea.
Italians came from a long way off to look up at the war
monument. It was made of bronze and glistened in the
rain. It was raining. The rain dripped from the palm
trees. Water stood in pools on the gravel paths. The
sea broke in a long line in the rain and slipped back
down the beach to come up and break again in a long
line in the rain. The motor cars were gone from the
square by the war monument. Across the square in the
doorway of the café a waiter stood looking out at the
empty square.
The American wife stood at the window looking out.
Outside right under their window a cat was crouched
under one of the dripping green tables. The cat was
trying to make herself so compact that she would not
be dripped on.
‘I’m going down and get that kitty,’ the American wife
said.
‘I’ll do it,’ her husband offered from the bed.
‘No, I’ll get it. The poor kitty out trying to keep dry
under a table.’
The husband went on reading, lying propped up with
the two pillows at the foot of the bed.
‘Don’t get wet,’ he said.
The wife went downstairs and the hotel owner stood
up and bowed to her as she passed the office. His desk
was at the far end of the office. He was an old man and
very tall.
‘Il piove,1’the wife said. She liked the hotel-keeper.
‘Si, Si, Signora, brutto tempo2 . It is very bad weather.’
He stood behind his desk in the far end of the dim
room. The wife liked him. She liked the deadly serious
way he received any complaints. She liked his dignity.
She liked the way he wanted to serve her. She liked the
way he felt about being a hotel-keeper.
She liked his old, heavy face and big hands.
Liking him she opened the door and looked out. It
was raining harder. A man in a rubber cape was crossing
the empty square to the café. The cat would be around
to the right. Perhaps she could go along under the eaves.
As she stood in the doorway an umbrella opened behind
her. It was the maid who looked after their room.
‘You must not get wet,’ she smiled, speaking Italian.
Of course, the hotel-keeper had sent her.
With the maid holding the umbrella over her, she
walked along the gravel path until she was under their
window. The table was there, washed bright green in
the rain, but the cat was gone. She was suddenly
disappointed. The maid looked up at her.
‘Ha perduto qualque cosa, Signora?’3
‘There was a cat,’ said the American girl.
‘A cat?’
‘Si, il gatto.’
‘A cat?’ the maid laughed. ‘A cat in the rain?’
‘Yes, –’ she said, ‘under the table.’ Then, ‘Oh, I
wanted it so much. I wanted a kitty.’
When she talked English the maid’s face tightened.
‘Come, Signora,’ she said. ‘We must get back inside.
You will be wet.’
‘I suppose so,’ said the American girl.
They went back along the gravel path and passed in
the door. The maid stayed outside to close the umbrella.
As the American girl passed the office, the padrone
bowed from his desk. Something felt very small and
tight inside the girl. The padrone made her feel very
small and at the same time really important. She had a
momentary feeling of being of supreme importance.
She went on up the stairs. She opened the door of the
room. George was on the bed, reading.
‘Did you get the cat?’ he asked, putting the book
down.
‘It was gone.’
‘Wonder where it went to,’ he said, resting his eyes
from reading.
She sat down on the bed.
‘I wanted it so much,’ she said. ‘I don’t know why I
wanted it so much. I wanted that poor kitty. It isn’t any
fun to be a poor kitty out in the rain.’

George was reading again.
She went over and sat in front of the mirror of the
dressing table looking at herself with the hand glass.
She studied her profile, first one side and then the other.
Then she studied the back of her head and her neck.
‘Don’t you think it would be a good idea if I let my
hair grow out?’ she asked, looking at her profile again.
George looked up and saw the back of her neck,
clipped close like a boy’s.
‘I like it the way it is.’
‘I get so tired of it,’ she said. ‘I get so tired of looking
like a boy.’
George shifted his position in the bed. He hadn’t
looked away from her since she started to speak.
‘You look pretty darn nice,’ he said.
She laid the mirror down on the dresser and went
over to the window and looked out. It was getting dark.
‘I want to pull my hair back tight and smooth and
make a big knot at the back that I can feel,’ she said. ‘I
want to have a kitty to sit on my lap and purr when I
stroke her.’
‘Yeah?’ George said from the bed.

‘And I want to eat at a table with my own silver and I
want candles. And I want it to be spring and I want to
brush my hair out in front of a mirror and I want a kitty
and I want some new clothes.’
‘Oh, shut up and get something to read,’ George said.
He was reading again.
His wife was looking out of the window. It was quite
dark now and still raining in the palm trees.
‘Anyway, I want a cat,’ she said, ‘I want a cat. I want a
cat now. If I can’t have long hair or any fun, I can have
a cat.’
George was not listening. He was reading his book.
His wife looked out of the window where the light had
come on in the square.
Someone knocked at the door.
‘Avanti,’ George said. He looked up from his book.
In the doorway stood the maid. She held a big tortoiseshell
cat pressed tight against her and swung down
against her body.
‘Excuse me,’ she said, ‘the padrone asked me to bring
this for the Signora.’


Dit kort verhaal is geschreven door Ernest Hemingway in 1920. Het gaat over een Amerikaans stel die hun vakantie doorbrengen in een hotel in Italië.
Het eerste wat opvalt zijn de uitgebreide omschrijvingen. Eerst wordt de omgeving beschreven bij goed weer, grote palmbomen en bankjes in het park. Ook veel mensen die de omgeving aan het schilderen zijn. Daarna wordt de regenachtige dag beschreven: ‘The rain dripped from the palm trees. Water stood in pools on the gravel paths. The sea broke in a long line in the rain and slipped back down the beach to come up and break again in a long line in the rain.’ De herhaling van het woord ‘rain’ weekt dus een atmosfeer op.
Deze beschrijving zorgt voor een wat koudere en onvriendelijkere stemming. Deze wordt verstrekt door het gebruiken van woorden als ‘empty’ en ‘the cars were gone.’
Later merk je op dat deze beschrijvingen van de omgeving eigenlijk een beschrijving van de relatie tussen de twee Amerikanen is. Eerst was hun relatie goed en liefdevol (de lente) en nu wordt hun relatie koud en onvriendelijk (regen, herfst).

De vrouw kijkt uit het raam, recht onder het raam zit een kat, die probeert te schuilen onder een tafel tegen de regen. De vrouw geeft een onverwachte reactie, zodra zij de kat ziet, is zij vastbesloten om deze op te halen. Haar man is erg ongeïnteresseerd in haar. Maar zij roept uit dat ze de kat gaat halen. Dit valt op twee manieren op te vatten. Zij kan op een volwassen manier denken, het opwekken van een soort moedergevoel, dat ze de kat wil beschermen als of deze haar kind is. Aan de andere kant lijkt zij wel een klein kind dat per se de kat wil hebben.
Beneden komt ze aan bij de hoteleigenaar, ze vindt hem een leuke man. Hij heeft goede eigenschappen als waardigheid, hij is serieus en erg gastvrij. Eenmaal buiten gaat zij op zoek naar de kat, die zij niet meer kan vinden. Dan houdt het dienstmeisje een paraplu boven haar, ze mocht niet nat worden, zij was natuurlijk gestuurd door de hoteleigenaar. Het gevoel wat deze man de vrouw geeft, is een gevoel van behaaglijkheid, dat zij behandelt wordt als een echte dame. Aan de andere kant heeft zij ook dat kinderlijke gevoel, ze houdt van zijn oude gezicht en zijn grote handen. De houding van de hoteleigenaar wekt twee gevoelens bij haar op ‘The padrone made her feel very small: gevoel van verlegenheid, and at the same time really important: gevoel van gevleid zijn.’ De vrouw wordt op dit moment ‘the girl’ genoemd. Misschien geeft de man haar wel een soort vadergevoel.

Weer terug op de hotelkamer vertelt zij haar man dat ze de kat niet gevonden heeft en dat ze ook niet weet waarom zij deze zo graag wilde. Maar eigenlijk weet zij dit wel, ze voelt de verantwoordelijkheid om ergens voor te zorgen. George, haar man, heeft hier geen behoefte meer aan en hij gedraagt zich erg serieus. Hieruit komen hun relatieproblemen duidelijk naar voren, de twee zitten op een verschillend niveau, zij is nog maar een meisje en hij is een man.
Zij vindt hem saai en hij vindt haar irritant.
Ook is hij gemakzuchtig, wanneer ze hem vraagt of het beter is dat ze haar kapsel verandert zegt hij dat het goed is zoals het is. Hij zegt wel dat ze er erg goed uitziet, maar ze negeert dit complimentje. Maar het laten groeien van haar haar is nog maar het begin van haar wensen. Ook wilde zij het liefst eten met haar eigen zilveren bestek, ze wil kaarsen en een kat. Ze wil nieuwe kleren, dat maakt haar vrouwelijker. Zij wil zo snel mogelijk ‘opgroeien’ en wordt nu ook weer ‘the wife’ genoemd.
Al deze wensen weergeven een belangrijke wens, de vrouw verlang naar een huis, een vertrouwd gevoel. En de kat staat als huiselijk symbool.

Zij kijkt weer uit het raam, het wordt donker en het regent nog steeds. Ze blijft maar nadenken over de kat. ‘‘Anyway, I want a cat,’ she said. ‘I want a cat. I want a cat now. If I can’t have long hair or any fun, I can have a cat.’’
Zij wenst dus naar een huiselijk gevoel en dit kan verwijzen naar de wens voor een (nieuwe) frisse start in hun relatie.
Aan het eind van het verhaal krijgt zij haar kat, een grote schildpadachtige kat. Deze wordt gebracht door het dienstmeisje op verzoek van de eigenaar.
De vrouw heeft nu iets om voor te zorgen en dit symboliseert haar eerste stap in de richting van een volwassen leven.

Het thema van het verhaal is dus eigenlijk een weergave van de relatie tussen de twee Amerikanen. Als zij zich nu bewust worden van hun problemen, kan hun relatie nog goed komen en anders zal deze verslechteren, wat gesymboliseerd kan worden door het steeds depressiever wordende weer. Totdat het winter wordt en hun relatie zal eindigen.

Anthem for Doomed Youth by Wilfred Owen


What passing-bells for these who die as cattle?
Only the monstous anger of the guns.
Only the stuttering rifles' rapid rattle
Can patter out their hasty orisons.
No mockeries now for them; no prayers nor bells,
Nor any voice of mourning save the choirs,--
The shrill, demented choirs of wailing shells;
And bugles calling for them from sad shires.
What candles may be held to speed them all?
Not in the hands of the boys, but in their eyes
Shall shine the holy glimmers of good-byes.
The pallor of girls' brows shall be their pall;
Their flowers the tenderness of patient minds,
And each slow dusk a drawing-down of blinds.

Wilfred Owen is bekend door zijn gedichten ‘Anthem for doomed youth’ en ‘Dulce Decorum Est’. Met zijn gedichten heeft hij veel invloed gehad op de houding van mensen tegenover de oorlog. Hij schrijft op een manier die gevoelens van medelijden koppelt aan de harde realiteit.


De titel van het gedicht ‘Anthem for Doomed Youth’ betekent ‘Het lied voor de (ten dode) gedoemde jongelui’. Een ‘Anthem’ is een volkslied, ook wel een ‘solemn song’, een ernstig geschreven lied.
Het gedicht bevat veel vergelijkingen. Het begint met doodsklokken die klinken voor jonge soldaten, zij worden vergeleken met het vee, dat op een gruwelijke manier geslacht wordt. Maar het geluid van deze doodsklokken staat eigenlijk voor de monsterlijke herrie die de geweren maken. De soldaten die naar het slagveld gestuurd zijn, hebben eigenlijk geen toekomst meer, ‘can patter out their hasty orisons.’ Schijnvertoningen van hen, die bidden of klokken luiden, helpen niet, omdat zij toch de dood worden ingejaagd.
Er volgt weer een vergelijking, geen enkele vertoning van rouw kan de koren redden, met deze koren worden koren van huilende granaten bedoeld. Een laatste lied klinkt voor de soldaten ‘a bugle’.


In de tweede strofe worden kaarsen opgestoken ‘to speed them all’, om de soldaten een goede reis toe te wensen, het is een eerbetoon. In de ogen van de soldaten is een schijnsel te zien, hiermee zeggen zij eigenlijk al gedag tegen iedereen, zij weten dat zij het niet zullen overleven. ‘shall shine the holy glimmers of good-byes.’
Als toeschouwers van de stoet met soldaten, en enkele gesneuvelden, staan vrouwen. Zij zijn lijkbleek, door de hele toestand, of omdat zij een geliefde hebben verloren. Hun gezichten zijn spierwit, lijkbleed. Deze gezichten worden vergeleken met een lijkkleed, wat over de doodskist komt te liggen. Hun bloemen tonen de zachtaardigheid en hun stille gedachten.
‘And each slow dusk a drawing-down of blinds’, dit betekent letterlijk het neerlaten van de rolluiken bij schermering. De gedachte hierachter is dat de vrouwen die hun geliefde verloren hebben alleen overblijven en ’s avonds alleen zitten. Het woord ‘dusk’ weergeeft een donkere, trieste betekenis aan het einde van het gedicht.

Het gedicht heeft een hele belangrijke boodschap, het toont protest tegen soldaten die naar het slagveld worden gestuurd.
Ook bevat het dus veel vergelijkingen, hiermee komt de boodschap van het gruwelijke nog beter over. Enkele belangrijke vergelijkingen zijn: de koren die worden vergeleken met alle granaten, de spierwitte gezichten die worden vergeleken met de lijkkleden en de rolluiken die worden neergelaten die worden vergeleken met de achtergebleven vrouwen in schemer.
Er zijn ook een aantal belangrijke woorden die licht of donker uitdrukken. Zoals dusk: de schemering staat voor eenzaamheid, candles: het licht geeft eerbetoon en holy glimmers: de gezichtsuitdrukking van de soldaten, die hiermee gedag zeggen.

donderdag 22 oktober 2009

The last night that she lived by Emily Dickinson

the last night that she lived,
It was a common night,
Except the dying; this to us
Made nature different.

We noticed smallest things,—
Things overlooked before,
By this great light upon our minds
Italicized, as ’t were.

That others could exist
While she must finish quite,
A jealousy for her arose
So nearly infinite.

We waited while she passed;
It was a narrow time,
Too jostled were our souls to speak,
At length the notice came.

She mentioned, and forgot;
Then lightly as a reed
Bent to the water, shivered scarce,
Consented, and was dead.

And we, we placed the hair,
And drew the head erect;
And then an awful leisure was,
Our faith to regulate.

Mort aux chats by Peter Porter


Mort aux Chats

There will be no more cats.
Cats spread infection,
Cats pollute the air,
Cats consume seven times
their own weight in food a week,
Cats were worshipped in
decadent societies (Egypt
and Ancient Rome); the Greeks
had no use for cats. Cats
sit down to pee (our scientists
have proved it). The copulation
of cats is harrowing; they
are unbearably fond of the moon.
Perhaps they are all right in
their own country but their
traditions are alien to ours.
Cats smell, they can't help it,
you notice it going upstairs.
Cats watch too much television,
they can sleep through storms,
they stabbed us in the back
last time. There have never been
any great artists who were cats.
They don't deserve a capital C
except at the beginning of a sentence.
I blame my headaches and my
plants dying on cats.
Our district is full of them,
property values are falling.
When I dream of God I see
a Massacre of Cats. Why
should they insist on their own
language and religion, who
needs to purr to make his point?
Death to all cats! The Rule
of Dogs shall last a thousand years!
--
Peter Porter

Dit gedicht is geschreven door Peter Porter en gepubliceerd in 1972.
De titel van het gedicht 'Mort aux Chats', betekent 'Dood op katten'. In het gedicht worden heel veel redenen gegeven waarom katten voor overlast zorgen en dus verwijderd zouden moeten worden uit het land. Zo wordt er bijvoorbeeld verteld dat zij infecties verspreiden, te veel eten, te veel voortplanten, overal zomaar plassen, vies ruiken en zich niet aanpassen aan ons.
Het is een vrij grof gedicht, vooral als je liefde voor dieren hebt.

Maar naast de 'gewone' betekenis van dit gedicht, katten zorgen voor overlast, zou je ook een diepere betekenis kunnen toekennen. We zouden ons kunnen afvragen waarom de schrijver nou over katten schrijft. Hij zou voor deze 'katten' ook iets anders kunnen bedoelen.
Ik denk dat de schrijver de katten gebruikt om buitenlanders, asielzoekers te bekritiseren.
Dit kan men opmaken uit verschillende zinnen, deze zouden dus een soort argumenten voor ons standpunt kunnen zijn. Hieronder volgen deze:
'cats consume seven times their own weight in food a week' - hier wordt bedoelt dat er flink geprofiteerd wordt.
'perhaps they are all right in their own country but their traditions are alien to ours' - hier wordt gezegd dat ze in hun eigen land op hun plek zouden zijn, maar zich hier niet aanpassen. Met deze zin kan de schrijver moeilijk bedoelen dat katten in hun eigen land thuishoren (aangezien zij meestal bij mensen thuis leven) en dit zou dus een kritiek kunnen zijn op buitenlanders die de nieuwe taal niet willen leren.
'Our district is full of them' - er wordt bedoelt dat er steeds meer buitenlanders komen, zij krijgen een verblijfplaats enz. toegewezen en krijgen geld (profiteren). Dan komt erbij dat zij een verblijfsvergunning kunnen krijgen en hun familie hierheen kunnen halen, er komen er nog meer. 'Why should they insist on their own language and religion' - hiermee wordt ook bedoeld dat zij zich niet willen aanpassen. Ze houden hun eigen taal en tradities en deze botsen regelmatig met onze samenleving. Ook hiermee kan de schrijver geen katten bedoelen.
Met de laatste regel 'The Rule of Dogs shall last a thousand years', kan hij zijn eigen volk bedoelen. De honden, ons volk, worden dan op een zeer positieve manier bekeken en de katten, de buitenstaanders, worden op een zeer negatieve manier bekeken.



Iemand in de klas zei echter dat het gedicht ook te interpreteren is als haat aan de Joden. Als we het gedicht op deze manier interpreteren is het ineens een veel minder leuk gedicht. Het wordt wrang en afschuwelijk als je erover nadenkt. Als lezer begrijp je hoe de Joden gedurende de geschiedenis vernederd en gehaat zijn. Op het internet heb ik gevonden dat de zin "They stabbed us in the back last time" verwijst naar een zin die Hitler ooit gebruikt heeft.

De vraag die je dus bij dit gedicht kunt stellen, is of de schrijver werkelijk een hekel aan katten heeft en hier veel kritiek op wil leveren. Dat hij vindt dat katten 'weg' moeten of bedoelt hij een volk, zoals buitenlanders met deze katten. En heeft hij door hen te vergelijken met katten een goede manier gevonden om hen af te kraken en te bekritiseren. Ik denk het laatste.