zaterdag 24 oktober 2009

Cat in the Rain by Ernest Hemingway (1899-1961)


There were only two Americans stopping at the
hotel. They did not know any of the people they passed
on the stairs on their way to and from their room. Their
room was on the second floor facing the sea. It also
faced the public garden and the war monument. There
were big palms and green benches in the public garden.
In the good weather there was always an artist with his
easel. Artists liked the way the palms grew and the bright
colors of the hotels facing the gardens and the sea.
Italians came from a long way off to look up at the war
monument. It was made of bronze and glistened in the
rain. It was raining. The rain dripped from the palm
trees. Water stood in pools on the gravel paths. The
sea broke in a long line in the rain and slipped back
down the beach to come up and break again in a long
line in the rain. The motor cars were gone from the
square by the war monument. Across the square in the
doorway of the café a waiter stood looking out at the
empty square.
The American wife stood at the window looking out.
Outside right under their window a cat was crouched
under one of the dripping green tables. The cat was
trying to make herself so compact that she would not
be dripped on.
‘I’m going down and get that kitty,’ the American wife
said.
‘I’ll do it,’ her husband offered from the bed.
‘No, I’ll get it. The poor kitty out trying to keep dry
under a table.’
The husband went on reading, lying propped up with
the two pillows at the foot of the bed.
‘Don’t get wet,’ he said.
The wife went downstairs and the hotel owner stood
up and bowed to her as she passed the office. His desk
was at the far end of the office. He was an old man and
very tall.
‘Il piove,1’the wife said. She liked the hotel-keeper.
‘Si, Si, Signora, brutto tempo2 . It is very bad weather.’
He stood behind his desk in the far end of the dim
room. The wife liked him. She liked the deadly serious
way he received any complaints. She liked his dignity.
She liked the way he wanted to serve her. She liked the
way he felt about being a hotel-keeper.
She liked his old, heavy face and big hands.
Liking him she opened the door and looked out. It
was raining harder. A man in a rubber cape was crossing
the empty square to the café. The cat would be around
to the right. Perhaps she could go along under the eaves.
As she stood in the doorway an umbrella opened behind
her. It was the maid who looked after their room.
‘You must not get wet,’ she smiled, speaking Italian.
Of course, the hotel-keeper had sent her.
With the maid holding the umbrella over her, she
walked along the gravel path until she was under their
window. The table was there, washed bright green in
the rain, but the cat was gone. She was suddenly
disappointed. The maid looked up at her.
‘Ha perduto qualque cosa, Signora?’3
‘There was a cat,’ said the American girl.
‘A cat?’
‘Si, il gatto.’
‘A cat?’ the maid laughed. ‘A cat in the rain?’
‘Yes, –’ she said, ‘under the table.’ Then, ‘Oh, I
wanted it so much. I wanted a kitty.’
When she talked English the maid’s face tightened.
‘Come, Signora,’ she said. ‘We must get back inside.
You will be wet.’
‘I suppose so,’ said the American girl.
They went back along the gravel path and passed in
the door. The maid stayed outside to close the umbrella.
As the American girl passed the office, the padrone
bowed from his desk. Something felt very small and
tight inside the girl. The padrone made her feel very
small and at the same time really important. She had a
momentary feeling of being of supreme importance.
She went on up the stairs. She opened the door of the
room. George was on the bed, reading.
‘Did you get the cat?’ he asked, putting the book
down.
‘It was gone.’
‘Wonder where it went to,’ he said, resting his eyes
from reading.
She sat down on the bed.
‘I wanted it so much,’ she said. ‘I don’t know why I
wanted it so much. I wanted that poor kitty. It isn’t any
fun to be a poor kitty out in the rain.’

George was reading again.
She went over and sat in front of the mirror of the
dressing table looking at herself with the hand glass.
She studied her profile, first one side and then the other.
Then she studied the back of her head and her neck.
‘Don’t you think it would be a good idea if I let my
hair grow out?’ she asked, looking at her profile again.
George looked up and saw the back of her neck,
clipped close like a boy’s.
‘I like it the way it is.’
‘I get so tired of it,’ she said. ‘I get so tired of looking
like a boy.’
George shifted his position in the bed. He hadn’t
looked away from her since she started to speak.
‘You look pretty darn nice,’ he said.
She laid the mirror down on the dresser and went
over to the window and looked out. It was getting dark.
‘I want to pull my hair back tight and smooth and
make a big knot at the back that I can feel,’ she said. ‘I
want to have a kitty to sit on my lap and purr when I
stroke her.’
‘Yeah?’ George said from the bed.

‘And I want to eat at a table with my own silver and I
want candles. And I want it to be spring and I want to
brush my hair out in front of a mirror and I want a kitty
and I want some new clothes.’
‘Oh, shut up and get something to read,’ George said.
He was reading again.
His wife was looking out of the window. It was quite
dark now and still raining in the palm trees.
‘Anyway, I want a cat,’ she said, ‘I want a cat. I want a
cat now. If I can’t have long hair or any fun, I can have
a cat.’
George was not listening. He was reading his book.
His wife looked out of the window where the light had
come on in the square.
Someone knocked at the door.
‘Avanti,’ George said. He looked up from his book.
In the doorway stood the maid. She held a big tortoiseshell
cat pressed tight against her and swung down
against her body.
‘Excuse me,’ she said, ‘the padrone asked me to bring
this for the Signora.’


Dit kort verhaal is geschreven door Ernest Hemingway in 1920. Het gaat over een Amerikaans stel die hun vakantie doorbrengen in een hotel in Italië.
Het eerste wat opvalt zijn de uitgebreide omschrijvingen. Eerst wordt de omgeving beschreven bij goed weer, grote palmbomen en bankjes in het park. Ook veel mensen die de omgeving aan het schilderen zijn. Daarna wordt de regenachtige dag beschreven: ‘The rain dripped from the palm trees. Water stood in pools on the gravel paths. The sea broke in a long line in the rain and slipped back down the beach to come up and break again in a long line in the rain.’ De herhaling van het woord ‘rain’ weekt dus een atmosfeer op.
Deze beschrijving zorgt voor een wat koudere en onvriendelijkere stemming. Deze wordt verstrekt door het gebruiken van woorden als ‘empty’ en ‘the cars were gone.’
Later merk je op dat deze beschrijvingen van de omgeving eigenlijk een beschrijving van de relatie tussen de twee Amerikanen is. Eerst was hun relatie goed en liefdevol (de lente) en nu wordt hun relatie koud en onvriendelijk (regen, herfst).

De vrouw kijkt uit het raam, recht onder het raam zit een kat, die probeert te schuilen onder een tafel tegen de regen. De vrouw geeft een onverwachte reactie, zodra zij de kat ziet, is zij vastbesloten om deze op te halen. Haar man is erg ongeïnteresseerd in haar. Maar zij roept uit dat ze de kat gaat halen. Dit valt op twee manieren op te vatten. Zij kan op een volwassen manier denken, het opwekken van een soort moedergevoel, dat ze de kat wil beschermen als of deze haar kind is. Aan de andere kant lijkt zij wel een klein kind dat per se de kat wil hebben.
Beneden komt ze aan bij de hoteleigenaar, ze vindt hem een leuke man. Hij heeft goede eigenschappen als waardigheid, hij is serieus en erg gastvrij. Eenmaal buiten gaat zij op zoek naar de kat, die zij niet meer kan vinden. Dan houdt het dienstmeisje een paraplu boven haar, ze mocht niet nat worden, zij was natuurlijk gestuurd door de hoteleigenaar. Het gevoel wat deze man de vrouw geeft, is een gevoel van behaaglijkheid, dat zij behandelt wordt als een echte dame. Aan de andere kant heeft zij ook dat kinderlijke gevoel, ze houdt van zijn oude gezicht en zijn grote handen. De houding van de hoteleigenaar wekt twee gevoelens bij haar op ‘The padrone made her feel very small: gevoel van verlegenheid, and at the same time really important: gevoel van gevleid zijn.’ De vrouw wordt op dit moment ‘the girl’ genoemd. Misschien geeft de man haar wel een soort vadergevoel.

Weer terug op de hotelkamer vertelt zij haar man dat ze de kat niet gevonden heeft en dat ze ook niet weet waarom zij deze zo graag wilde. Maar eigenlijk weet zij dit wel, ze voelt de verantwoordelijkheid om ergens voor te zorgen. George, haar man, heeft hier geen behoefte meer aan en hij gedraagt zich erg serieus. Hieruit komen hun relatieproblemen duidelijk naar voren, de twee zitten op een verschillend niveau, zij is nog maar een meisje en hij is een man.
Zij vindt hem saai en hij vindt haar irritant.
Ook is hij gemakzuchtig, wanneer ze hem vraagt of het beter is dat ze haar kapsel verandert zegt hij dat het goed is zoals het is. Hij zegt wel dat ze er erg goed uitziet, maar ze negeert dit complimentje. Maar het laten groeien van haar haar is nog maar het begin van haar wensen. Ook wilde zij het liefst eten met haar eigen zilveren bestek, ze wil kaarsen en een kat. Ze wil nieuwe kleren, dat maakt haar vrouwelijker. Zij wil zo snel mogelijk ‘opgroeien’ en wordt nu ook weer ‘the wife’ genoemd.
Al deze wensen weergeven een belangrijke wens, de vrouw verlang naar een huis, een vertrouwd gevoel. En de kat staat als huiselijk symbool.

Zij kijkt weer uit het raam, het wordt donker en het regent nog steeds. Ze blijft maar nadenken over de kat. ‘‘Anyway, I want a cat,’ she said. ‘I want a cat. I want a cat now. If I can’t have long hair or any fun, I can have a cat.’’
Zij wenst dus naar een huiselijk gevoel en dit kan verwijzen naar de wens voor een (nieuwe) frisse start in hun relatie.
Aan het eind van het verhaal krijgt zij haar kat, een grote schildpadachtige kat. Deze wordt gebracht door het dienstmeisje op verzoek van de eigenaar.
De vrouw heeft nu iets om voor te zorgen en dit symboliseert haar eerste stap in de richting van een volwassen leven.

Het thema van het verhaal is dus eigenlijk een weergave van de relatie tussen de twee Amerikanen. Als zij zich nu bewust worden van hun problemen, kan hun relatie nog goed komen en anders zal deze verslechteren, wat gesymboliseerd kan worden door het steeds depressiever wordende weer. Totdat het winter wordt en hun relatie zal eindigen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten